concept
Protocol Vertrouwenspersonen
Inleiding
Ook binnen de RSP komt ongewenst gedrag van kameraden voor. We hebben daarom sinds het begin meerdere kameraden bereid gevonden om op te treden als vertrouwenspersonen. Echter we hebben nooit goed omschreven wat de taak van de vertrouwenspersonen is, wat van hen verwacht kan worden en welke rol en verantwoordelijkheid zij hebben, vooral ook in relatie met de rol en verantwoordelijkheid van het partijbestuur. Deze onduidelijkheid heeft er toe geleid dat dit niet altijd goed verliep in procedures waarbij uiteindelijk sancties noodzakelijk waren, iets wat je juist bij zulke procedures niet moet willen. Dit protocol wil zorgen voor verbetering van dit punt: een omschrijving van de do’s en don’ts van de vertrouwenspersonen, wat doen ze ze en wat doen ze vooral niet, en hoe moeten we de relatie zien met klachtprocedures en de rol die het partijbestuur moet spelen indien sancties noodzakelijk zijn. Bij het schrijven van dit protocol hebben we gebruik gemaakt van het overheidsdocument: Leidraad voor het positioneren en het functioneren van vertrouwenspersonen ongewenste omgangsvormen op het werk1. We zijn ons bewust dat deze leidraad geschreven is in een andere context dan die van een revolutionaire partij in oprichting, echter gezien onze eigen ervaringen de afgelopen jaren, zijn verschillende adviezen in dit document ook voor ons van toepassing. In dit protocol verwijzen we naar dit protocol als Leidraad.
Rol vertrouwenspersonen
De hoofdtaak van de vertrouwenspersoon ligt in de opvang, advisering, ondersteuning en begeleiding van kameraden die last ervaren van ongewenst gedrag in de organisatie of in de bewegingen waarin we actief zijn. De vertrouwenspersoon doet in principe niets wat indruist tegen de wil van degene die hem of haar om raad of hulp vraagt2, behalve in zeer uitzonderlijke situaties die bijvoorbeeld ‘leven en dood’ betreffen, zie onder.
Elke rol die bovenstaande kan ondermijnen moet daarom vermeden worden. Indien het ongewenste gedrag is geëscaleerd, is de rol van vertrouwenspersoon – opvang, advisering en ondersteuning – niet verenigbaar met een klachtprocedure. Bij een klachtprocedure zal wederhoor en oordeelsvorming moeten plaatsvinden. Dit ondermijnt de hoofdtaak van vertrouwenspersonen.3
Een secundaire taak van vertrouwenspersonen zou het maken van een periodiek geanonimiseerd verslag kunnen zijn. Op termijn kunnen we hierna toe werken. Zodra we de taak van vertrouwenspersonen hebben tot hun kerntaak hebben weten te beperken, zien kameraden wellicht de ruimte om deze taak op zich te nemen.
Vertrouwenspersonen in relatie tot klachtprocedures
Tot nu toe hebben we vertrouwenspersonen ook een rol gegeven ten aanzien van klachtprocedures die mogelijk kunnen leiden tot sancties. Dit blijkt een ongemakkelijk huwelijk, en hiermee ondermijnen we de functie van vertrouwenspersonen, zie vorige paragraaf. Deze verantwoordelijkheid moet dus volledig neergelegd worden bij het partijbestuur. Hoe het partijbestuur deze rol invult is aan haar. Met dit protocol vertrouwenspersonen hebben we nog niet opgelost hoe we dit gaan invullen. Indien een sanctie, als royement, wordt opgelegd ligt deze beslissing bij het partijbestuur. Dit kan niet uitbesteed worden.
In elk geval moet duidelijk zijn dat de rol van vertrouwenspersoon gescheiden moet zijn van die van het behandelen van formele klachten. Bij een formele klacht kan, vanwege wederhoor, geen sprake zijn van anonimiteit. Iets wat een vertrouwenspersoon moet kunnen garanderen.
Aanstelling van vertrouwenspersonen
Tot nu toe hebben we de vertrouwenspersonen verkozen op conferenties en congressen. De leidraad pleit hier tegen4. Belangrijkste argument tegen het kiezen van vertrouwenspersonen is dat de dominante groep kan bepalen wie de vertrouwenspersonen zijn, terwijl dat voor anderen in de organisatie niet de geschikte mensen zijn waarbij ze hun vertrouwen zoeken. Daarnaast speelt mee dat vertrouwenspersonen ook kunnen wegvallen.
Het partijbestuur stelt de vertrouwenspersonen aan. Hiermee kan het bestuur ook inspelen op behoeften binnen de organisatie. Het aantal vertrouwenspersonen hoeft ook niet beperkt te zijn tot twee kameraden, het aantal kan meegroeien met de behoefte binnen de organisatie. Als vertrouwenspersonen er mee stoppen, hoeft niet te worden gewacht tot het congres voor aanvulling, maar kan het bestuur op zoek naar een nieuwe vertrouwenspersoon en deze aanstellen. De aanstelling van vertrouwenspersonen is daarmee één van de aspecten waarop het bestuur ter verantwoording geroepen kan worden.
Klachtencommissie
Iets anders is de aanstelling van een klachtencommissie. Een klachtencommissie kan het bestuur ondersteunen en adviseren bij een klachtprocedure. Hierbij gaat het niet om individuele ondersteuning maar om een functie binnen de organisatie, deze dient gekozen te worden door het congres. Aangezien de RSP tot nu toe geen volwaardig partijbestuur heeft kunnen kiezen, vinden we het momenteel niet realistisch om voldoende kandidaten voor een klachtencommissie te kunnen vinden die voldoende draagvlak hebben binnen de organisatie. Dit betekent dat de verantwoordelijkheid voor de klachtenprocedure momenteel volledig bij het partijbestuur ligt.
Concreet, waarvoor is de vertrouwenspersoon er en wat kun je wel of niet verwachten
Iedereen die ongewenst gedrag van een lid van de RSP heeft ervaren moet aan kunnen kloppen bij onze vertrouwenspersonen. Kameraden die last ervaren van ongewenst gedrag weten vaak nog niet goed wat ze daarmee willen doen. Vaak heeft men behoefte aan een vertrouwelijk oriënterend gesprek met iemand die kan adviseren over de mogelijkheden om een voor hen goede oplossing te realiseren. Het is van belang dat de regie over vervolgstappen bij de kameraad blijft die het ongewenste gedrag heeft ervaren. Hen is iets overkomen tegen hun wil en wanneer degene die zij in vertrouwen nemen vervolgens iets doet met hun casus zonder hun instemming, ontstaat – zij het op een ander niveau – weer precies hetzelfde: iemand doet iets tegen hun wil terwijl het ook voor het herstelproces van belang is dat zij als slachtoffer over mogelijke interventies de regie hebben en houden. Omdat vertrouwenspersonen vertrouwelijkheid kunnen beloven en geen rekening hoeven te houden met andere belangen dan die van degene die last ervaart, vergroot dat hun benaderbaarheid voor kameraden. Als er vervolgens in overleg met de betreffende kameraad oplossingen gerealiseerd moeten worden, kunnen (afdellings)leidingen wél een belangrijke rol spelen.
Wanneer kameraden zich in een vroegtijdig stadium bij de vertrouwenspersoon melden met hun casus, dit geen ernstige kwesties betreft en de zaak bovendien (nog) niet is geëscaleerd, zijn vaak doeltreffende oplossingen mogelijk in het informele circuit. Dat betekent dat er geen onderzoek nodig is naar ‘waarheidsvinding’ en het oplossingstraject niet gericht is op het nemen van formele sancties tegen degene over wie geklaagd wordt. De inzet is het stoppen van het ongewenste gedrag. Wanneer sprake is van een één op één situatie zonder machtsverschillen en de relatie tussen beide partijen voordien goed was, kan de vertrouwenspersoon de kameraad die last ervaart helpen bij het vinden van de juiste woorden om in bepaalde situaties de eigen grenzen aan te geven. Een alternatief is dan, uiteraard met toestemming van de melder, het inschakelen van het (afdelings)bestuur. Wanneer deze de persoon over wie wordt geklaagd aanspreekt op het feit dat iemand klaagt over zijn/haar gedrag is dat vaak effectief. Soms realiseert betrokkene zich onvoldoende wat het effect is van zijn/haar gedrag, schrikt hij/zij van de impact die het heeft en biedt hij/zij in het ideale geval ook excuses aan. Anderen stoppen met het ongewenste gedrag omdat het blijkbaar in de gaten loopt en/of het (afdelings)bestuur de piketpaaltjes (nog eens) helder neerzet.
Het corrigerende gesprek met de kameraad over wie geklaagd wordt, behoort niet tot de taak van de vertrouwenspersoon maar van het (afdelings)bestuur. Zij hebben immers de positie om iemand aan te spreken en te monitoren of het ongewenste gedrag inderdaad stopt. Soms hebben kameraden die een vertrouwenspersoon consulteren inzake ongewenste omgangsvormen meer hulp nodig dan alleen ondersteuning bij het oplossen van de casus binnen de organisatie, bijvoorbeeld als pestgedrag of intimidatie leidt tot psychische of in enkele gevallen tot psychosomatische klachten. Verwijzing naar reguliere hulpverleners is dan van belang. De vertrouwenspersoon is immers geen therapeut.
Klagers kunnen niet van hun vertrouwenspersoon verwachten als bemiddelaar te fungeren omdat deze – zo hebben klagers ervaren – zich zo goed kan inleven in hun situatie.
Een bemiddelaar moet een volstrekt onafhankelijke positie ten opzichte van beide partijen kunnen innemen en werkelijk tussen partijen staan, terwijl een vertrouwenspersoon min of meer partijdig is en de kameraad die last ervaart juist ondersteunt. Vanuit die positie is een vertrouwenspersoon voor degene tegen wie de klacht zich richt niet de neutrale, boven de partijen staande persoon. Waardoor de kans op een succesvolle bemiddeling afneemt.
Helaas is de situatie rond ongewenst gedrag vaak al geëscaleerd voordat het bij de vertrouwenspersonen terecht komt. Het gaat dan op situaties waarbij sancties door het (afdelings)bestuur verwacht worden. De belangrijkste rol van de vertrouwenspersoon in deze situaties is het ondersteunen van de kameraad in deze procedure. De vertrouwenspersoon speelt zelf geen rol bij de klachtenprocedure, en dat mag ook niet van hen verwacht worden. Het (afdelings)bestuur is verantwoordelijk voor de hoor – en wederhoor, de waarheidsvinding, en het hele proces rond de klachtprocedure.
Vertrouwenspersonen, competenties en verwachtingen.
De rol van een vertrouwenspersoon is het geven van advies en het ondersteunen van een kameraad die ongewenst gedrag heeft ervaren. Daarmee ben je noodzakelijkerwijs niet neutraal. Van groot belang is dat je de regie bij de kameraad met de klacht laat. Je hebt geen rol bij waarheidsvinding, geen rol bij bemiddeling, en geen rol bij het aangaan van een corrigerend gesprek. Daarnaast is vertrouwelijkheid het belangrijkste waarop klagers moeten kunnen rekenen. Dit kan lastig zijn, zeker als de uitkomst van een klachtprocedure anders is dan je, vanuit jouw perspectief, wenselijk had gevonden. Het is daarom van belang dat je vroeg in het proces aan een klager duidelijk maakt wat jouw rol is en wat buiten jouw rol ligt, zodat ook de klager geen valse verwachtingen heeft.
Relatie tussen vertrouwenspersonen en (afdelings)bestuur
In situaties waarin een kwestie nog niet is geëscaleerd kan het (afdelings)bestuur een belangrijke rol spelen. Natuurlijk alleen met toestemming van de klager, kan een vertrouwenspersoon een casus bij het (afdelings)bestuur leggen met het doel een corrigerend gesprek aan te gaan met de kameraad waarover geklaagd wordt. Het (afdelings)bestuur kan deze taak niet bij de vertrouwenspersoon terug leggen, het is haar verantwoordelijkheid.
In het geval van een formele klacht, waarbij ook een beslissing ten aanzien van een sanctie wordt verwacht, moet er duidelijke rolhygiëne zijn. Van de vertrouwenspersoon kan niet verwacht worden waarheidsonderzoek te doen, zij is immers niet neutraal, haar taak is om de klager te ondersteunen. Afdelingsbesturen die zich niet capabel achten om dit onderzoek te doen moeten een beroep kunnen doen op het partijbestuur.
Doorbreking vertrouwelijkheid
Er kunnen omstandigheden zijn waarin vertrouwenspersonen in gewetensnood komen als ze de vertrouwelijkheid niet doorbreken. Alleen als aan onderstaande regels is voldaan kan een vertrouwenspersoon de vertrouwelijkheid doorbreken:
- De vertrouwenspersoon gaat een vertrouwensrelatie aan met de klaagster/klager of andere personen die een beroep om haar/hem doen of tot wie zij/hij zicht richt. Daarom belooft de vertrouwenspersoon alle betrokkenen vertrouwelijkheid van hetgeen haar/hem bij de uitoefening van haar/zijn functie als vertrouwenspersoon ter kennis komt.
- Uitzonderingen hierop zijn alleen mogelijk als de klaagster/klager of andere persoon/personen schriftelijk toestemming geven tot het doorbreken van deze belofte tot vertrouwelijkheid, of wanneer zeer dringende redenen aanwezig zijn, zoals in 3. omschreven.
- Bij het ontbreken van schriftelijke toestemming van de betrokken persoon om informatie aan derden te verstrekken kan de vertrouwenspersoon zich pas ontheven achten van de belofte tot vertrouwelijkheid indien tenminste voldaan is aan al de vijf hieronder genoemde voorwaarden.
• Alles is in het werk gesteld de toestemming van de betrokken persoon te verkrijgen.
• De vertrouwenspersoon verkeert in gewetensnood door het handhaven van de vertrouwelijkheid.
• Er is geen andere weg dan doorbreking van de vertrouwelijkheid om het probleem op te lossen.
• Het is vrijwel zeker dat het niet-doorbreken van de vertrouwelijkheid voor betrokkenen of voor derden aanwijsbare en ernstige schade en/of gevaar zal opleveren.
• De vertrouwenspersoon is er vrijwel zeker van dat de doorbreking van de vertrouwelijkheid die schade aan betrokkenen of anderen in belangrijke mate zal voorkomen of beperken. - Indien een dergelijke situatie zich voordoet, zal de vertrouwenspersoon haar/zijn redenen om de vertrouwelijkheid te doorbreken met een ter zake kundige partij bespreken alvorens de vertrouwelijkheid te doorbreken.
- De vertrouwenspersoon brengt betrokkenen op de hoogte van het voornemen de vertrouwelijkheid te doorbreken alvorens dit daadwerkelijk te doen.
- Indien het doorbreken van de vertrouwelijkheid dit noodzakelijk maakt, verwijst de vertrouwenspersoon betrokkene onverwijld naar een andere vertrouwenspersoon en/of andere instantie.
Formeel
In artikel 19, lid 7 van de statuten staat de formele rol en benoeming van de vertrouwenspersonen beschreven:
“Het congres benoemt voor een periode tot hetvolgende congres uit de leden twee vertrouwenspersonen, bij voorkeur van verschillend gender, die geen deel mogen uitmaken van het partijbestuur. Deze vertrouwenspersonen zullen een eerste aanspreekpunt zijn voor leden bij ongewenst gedrag van elke vorm. De vertrouwenspersonen zijn geen lid van lokale of landelijke bestuursorganen. Zij kunnen aanwezig zijn op alle vergaderingen van alle organen. leder lid of ieder orgaan van de organisatie kan een beroep doen op deze vertrouwenspersonen. Primaire taak is ondersteuning van de klager en zo mogelijk de herintegratie van dit lid in het partijwerk. De vertrouwenspersonen denken mee over de sancties die mogelijk op te leggen zijn aan leden bij ongewenst gedrag, geven hierover advies aan het bestuur en kunnen hun advies voorleggen aan het congres.”
Met de ervaringen van de afgelopen jaren voldoet dit artikel niet aan dit protocol. Een statutenwijziging is momenteel niet meer mogelijk. Alleen met een expliciet besluit van het congres kan zij, als hoogste orgaan, besluiten nemen om af te wijken van de statuten.
Indien het vierde congres van de RSP dit protocol aanneemt besluit ze dat ze het partijbestuur mandateert tot het benoemen van vertrouwenspersonen en dat ze deze vertrouwenspersonen ontheft van haar rol ten aanzien van advies met betreffing tot het nemen van op te leggen sancties.
Meer te regelen
Dit protocol regelt dingen ook niet, maar maakt de situatie rond vertrouwenspersonen en wat een ieder van vertrouwenspersonen (niet) kan verwachten duidelijker. Vooral de procedures ten aanzien van onze klachtprocedures moeten scherper.